De inname van vrije en toegevoegde suikers moet zo laag mogelijk zijn. Dat is de aanbeveling van de European Food Safety Authority (EFSA), de Europese voedselwaakhond. Oorspronkelijk had EFSA als doel om een bovengrens te formuleren voor een veilige inname van suiker, maar door een gebrek aan bewijs bleek dit niet mogelijk.
EFSA evalueerde ruim 30.000 studies over suiker, met als doel te kijken of er een wetenschappelijk onderbouwde veilige grens voor suiker kan worden vastgesteld. Bij een inname lager dan deze grens zouden dan geen gezondheidsproblemen ontstaan. Ondanks de grote hoeveelheid wetenschappelijke onderzoeken bleek het niet mogelijk om die grens te stellen. In juli 2021 publiceerde de EFSA de conceptversie van het advies, die na reacties van geïnteresseerden verder is aangescherpt en nu definitief is gemaakt.
Het is duidelijk dat een (hoge) inname van suikers het risico verhoogt op cariës, overgewicht, diabetes type 2 en verhoogde gehaltes in het bloed van triglyceriden en cholesterol. Hoe dat zit bij een lage inname van minder dan 10 energieprocent is niet helemaal duidelijk. Dat komt door een gebrek aan studies met deze hoeveelheden suikers. Door een gebrek aan data was het ook niet mogelijk om de effecten te vergelijken van toegevoegde of vrije suikers.
Het advies is nu om de inname van totale suikers zo laag mogelijk te houden om het risico op cariës te minimaliseren. Om het risico op metabole ziekten te verminderen ligt de focus vooral op het zo laag mogelijk houden van de hoeveelheid toegevoegde suikers en vrije suikers (uit honing en siroop, fruitsappen, groentesappen en sap concentraten).
Bron: European Food Safety Authority