Een sportblessure wordt gezien als een blessure van het bewegingsapparaat die tijdens en/of door sportbeoefening is ontstaan en waardoor een sporter niet in staat is zijn sport uit te oefenen. Deze blessures kunnen variëren in locatie, type en ernst.
Sporten en bewegen doen we met onze botten, spieren, pezen en gewrichten. We noemen dat het bewegingsapparaat. Wanneer je veel sport wordt uw bewegingsapparaat sterker. Botten en pezen worden steviger, spiervolume neemt toe en je gewrichten worden soepeler.
Hoe ontstaat een sportblessure?
Sportblessures ontstaan gewoonlijk door een verstoring van de balans tussen belasting en belastbaarheid. Belasting is wat er van het lichaam gevraagd wordt. Deze belasting varieert per sport en is afhankelijk van de intensiteit, frequentie en duur van de sport. De belastbaarheid is de mate waarin de sporter de belasting kan dragen. Wanneer de belasting groter is dan de belastbaarheid, spreekt men van het ’trainingseffect’. Indien het lichaam echter niet de capaciteit heeft om zich aan te passen aan vergrote/hoge belasting is er sprake van overbelasting. Op dat moment is er een disbalans tussen de belasting en belastbaarheid wat kan resulteren in een blessure. Andersom kan er ook disbalans ontstaan met een blessure als gevolg, namelijk indien de belastbaarheid daalt (door bijvoorbeeld griep) en de belasting gelijk blijft of wordt verhoogd (bijvoorbeeld een zware training).
Sportblessures kunnen plotseling ontstaan, bijvoorbeeld doordat je zwikt of valt, of doordat je een tegenstander raakt. Bij sommige sporten komen bepaalde blessures vaker voor. Een ongelijke grond, bijvoorbeeld bij voetbal, geeft kans op zwikken van de enkel. Hierbij kan de enkelband scheuren. Als je met veel kracht afzet om te springen of te sprinten, dan kan er door snelle rek een scheur in een kuitspier ontstaan (zweepslag).
Sportblessures kunnen ook geleidelijk ontstaan. Als je bijvoorbeeld op een harde ondergrond traint en geen goede schoenen draagt, worden de knieën overmatig belast wat kan leiden tot een blessure. Ook is overbelasting van je spieren of gewrichten een typische oorzaak van een geleidelijk ontstane blessure.
Sportblessures voorkomen
Elke sport geeft eigen blessures. Uit onderzoek is gebleken dat de volgende maatregelen effectief zijn in het beschermen tegen blessures:
• Je enkel tapen of bracen als je een enkelbandblessure hebt gehad.
• Het dragen van scheenbeschermers bij voetbal en hockey.
• Het dragen van een gebitsbeschermer bij hockey.
• Het dragen van een helm wanneer je gaat skiën, snowboarden of wielrennen.
• Kinderen een helm laten dragen bij schaatsen of zeilen.
• Het dragen van knie-, pols- en elleboogbeschermers bij rollerskaten.
• Het dragen van schoenen die geschikt zijn voor jouw sport.
• Belastbaarheid opbouwen als je een blessure hebt gehad.
Warming-up
Start altijd met een warming-up. Bij de meeste sporten betekent dat: eerst een rondje rennen of even op een hometrainer warm fietsen. Doe het totdat je jezelf ook echt warm voelt worden. De bloedvaten in je spieren verwijden en er stroomt veel zuurstofrijk bloed naar je spieren. De spieren worden soepeler en werken beter samen. Na een warming-up ben je fitter. Je let beter op en reageert sneller. Na een goede warming-up heb je minder kans op nieuwe blessures.
Spierversterkende oefeningen
Hierdoor ontwikkel je kracht en snelheid. Daarmee kan je onverwachte bewegingen of stoten sneller en beter opvangen. Bij voetbal bijvoorbeeld helpen oefeningen om de spieren rond het kniegewricht te versterken. Oefeningen die passen bij jouw sport, zodat je de belangrijkste bewegingen soepel kunt maken, beter beheerst en langer kunt volhouden.
Cooling down
Aan het eind of tijdens de sport: sluit het sporten af met uitlopen of rek- en strekoefeningen. Hierdoor kan je lichaam geleidelijk afkoelen. Daarna heb je minder kans op spierpijn en stijfheid de volgende dag.
Regelmaat
Blijf regelmatig sporten. Zo blijf je fit. Heb je een tijdje niet gesport? Bijvoorbeeld door een blessure of winterstop? Bouw het sporten dan geleidelijk weer op, zeker als je wat ouder bent.
Wie kunnen er helpen?
Natuurlijk zijn niet alle blessures te voorkomen door de juiste voorbereiding en training. Bij het oplopen van een blessure is het in elk geval belangrijk om onderscheid te maken tussen een blessure die plotseling ontstaat (acute blessure) en een blessure die langzaam komt opzetten (chronische blessure). Bij een acute blessure kun je in dat geval zelf (of iemand anders voor je) een aantal stappen ondernemen om eerste hulp te bieden. Vervolgens is het zaak om iemand in te schakelen die je verder kan helpen bij de behandeling en het herstel van de blessure. Kortom, de volgende specialisten en professionals kun je inschakelen als je een acute of chronische blessure oploopt, vaak te maken hebt met blessures of als je herstellende bent van een blessure:. De sport-fysiotherapeut behandelt, begeleidt en adviseert mensen die na een sportblessure weer willen gaan sporten of die een sportblessure hebben opgelopen. Je kunt bij ons direct een afspraak maken bij de fysiotherapeut. Bel met 023-7600600.