In 2022 gebruikte 51 procent van de Nederlanders een elektronisch hulpmiddel als apps en devices bij het sporten en bewegen. In 2019 was dat nog 44 procent en in 2016 31 procent. Onder sporters ligt dit nog hoger met 63 procent. Dat blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut.
Smartwatch in opkomst
Het Mulier Instituut voerde het onderzoek uit onder 1.500 volwassenen tussen 16 en 80 jaar. De grootste groei zit in het gebruik van devices (van 20 naar 40 procent). Vooral het gebruik van een smartwatch neemt toe. In 2016 lag dat gebruik nog op 9 procent, in 2022 was dat 39 procent. Ook het gebruik van activity trackers groeide relatief veel, van 11 procent in 2016 naar 17 procent in 2022. Het gebruik van gps-apparaten en fietscomputers is in die jaren juist afgenomen.
Vooral duursport
Nederlanders gebruiken de apps en devices vooral bij duursporten. Zo’n 83 procent van de gebruikers zet het in bij duursport. Dit geldt met name voor hardlopers, maar ook voor fietsers en wandelaars. Ook bij fitness en yoga worden apps en devices steeds meer gebruikt.
Stappenteller meest populair
De stappenteller wordt het meest gebruikt. Daarna zijn Strava (12 procent) en Runkeeper (8 procent) de meest populaire apps. Tijdens de coronaperiode was er ook een sterke toename te zien in het aantal gebruikers van de Ommetje-app (6 procent).
Redenen voor gebruik
De gebruikers willen vooral inzicht hebben in hun eigen prestaties (55 procent). Andere redenen om apps en devices te gebruiken zijn het vergroten van de motivatie om vaker te sporten en te bewegen (25 procent) en het leuker maken van het sporten en bewegen (20 procent). Ook gebruiken mensen apps en devices relatief vaak om een route te volgen (17 procent), voor trainingsdoelen (16 procent) en voor een overzicht van oefeningen (15 procent).
Bron: Mulier Instituut